De core bestaat uit verschillende structuren

m. multifidus spinae: Deze diepe spinale spier loopt van de nek tot het sacrum. Ze staat in voor de extensie, rotatie en laterale flexie van de wervelkolom en ontwikkelt ook krachten die de romp stabiliseren.

m. interspinales, m. intertransversarii en m. rotatores: De diepliggende spieren die aanhechten aan de spinale kolom zijn erg belangrijk voor de draaibeweging en de laterale stabiliteit.

m. obliquus externus abdominis: De buikspieren die aanhechten aan de onderste ribben, het bekken en buikfascia.

m. obliquus internus abdominis: De buikspieren die aanhechten aan de onderste ribben, het bekken en de thoracolumbale overgang.

m. transversus abdominis: De buikspieren die vasthechten aan de onderste ribben, het bekken, de thoracolumbale overgang en het rectusgedeelte.


Deze abdominale spieren werken samen om een kracht te ontwikkelen en verhogen de abdominale druk om stabiliteit te creëren in de wervelkolom. Individueel maken ze de rotatie van de romp mogelijk.

m. rectus abdominis: Deze buikspier loopt van de 5de tot de 7de rib, naar het onderste deel van het borstbeen en zo verder naar de voorzijde van het pubisbeen. Deze spier buigt de wervel¬kolom en het ontwikkelt de krachten aan de binnenzijde van de m. obliquus externus en internus.

Erector spinae: Deze structuur helpt om balans te houden wanneer alle krachten inwerken op de spinale buiging. Deze spanning geeft de opdracht aan de verschillende spieren rondom om zich op te spannen.

Quadratus lumborum: De grootste spinale stabiliteitsstructuur helpt in de eerste plaats bij de lumbale extensie en stabilisatie, maar draagt ook zijn steentje bij aan het trekken op de armen.


Hoe komen deze spieren nu aan bod in onze functionele training?

In tegenstelling tot een gewone training richten we ons niet enkel op de sit ups of de rugspieroefeningen. Een efficiënt coregebruik situeert zich over een beweging in meerdere vlakken. Daarom is het belangrijk om over te gaan naar een dynamische stabilisatie. Die bestaat erin om de proprioceptie en stabiliteit in het volledige lichaam te vergroten.


Deze dynamische stabiliteit bereiken we in onze functionele training door posities aan te nemen die gelijkaardig of identiek zijn aan de dagelijkse of sportspecifieke bewegingen. Via ons klein materiaal  zoals een fitbal of een balanceboard gaan we de uitdaging aan om de kracht te creëren op een onstabiele ondergrond binnen alle bewegingsvlakken.